Rauw veen bij Rucphen
Rucphen, Oudenbosch, Etten-Leur
Al vanaf 1250 kochten Vlaamse welgestelde particulieren en kerkelijke instellingen grote veengebieden in West-Brabant. De metersdikke veenpakketten waren zeer geschikt voor turfwinning. Turf is een brandstof die wordt gemaakt van gedroogd veen dat bestaat uit afgestorven planten die in een waterrijk gebied zijn samengeperst. Deze veenlaag is ontstaan na de laatste ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden, toen het ijs begon te smelten en plassen vormde in het landschap. Het veen bleef duizenden jaren doorgroeien totdat turfstekers hun schoppen in de grond zetten om steden als Gent, Antwerpen en Brugge van energie te voorzien. De gebruikelijke naam voor veen is in deze streek moer.
Om turf vanuit de turfwingebieden naar de Vlaamse steden te vervoeren werden diverse kanalen met de hand uitgegraven. Op het hoogtepunt van de turfwinning lag in deze omgeving 350 kilometer aan waterwegen, de zogeheten turfvaarten.
Waar een turfvaart aansluiting vond op een rivier, werd een overslaghaven, een turfhoofd, aangelegd. Daar werd de turf uit de kleine turfschuiten geladen, verkocht en op zeewaardige zeilschepen gezet. In 1300 ontstond zo’n haven bij Oudenbosch waar grote schepen vanaf de rivieren de Mark en Dintel konden aanmeren. Het dorp Oudenbosch dankt zijn bestaan aan de grootschalige turfproductie.
De turfvaarten dienden niet alleen voor vervoer. Voordat een veengebied afgegraven kon worden, moest het eerst ontwaterd worden. Daarom wordt het ontginningsgebied omringd door afwateringsloten, de zogenoemde riolen. Nadat het water was weggelopen (een proces van 2 tot 10 jaar), kon in het voorjaar begonnen worden met turfsteken. Het afgegraven veen werd opgestapeld op legakkers. Het opstapelen gebeurde zodat de wind erdoor kon blazen, waardoor de turf in de zomermaanden nog droger werd. Nadat de gedroogde turf verkocht was aan een turfschipper werd het met behulp van kruiwagens naar de schuit gebracht.
Op 4 maart 1590 vervoerde het Leurse turfschip van Adriaan van Bergen echter heel iets anders dan turf. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog opperde hij een list bij Prins Maurits om met een turfschip de stad Breda terug te veroveren van de Spanjaarden.
Tussen 1250 en 1750 blijft turfwinning een belangrijke economische activiteit in deze regio. Gedurende deze periode schuiven de turfstekers steeds verder op naar het zuiden. Hierdoor werden de turfvaarten die de veengebieden verbonden met de bevaarbare rivieren alsmaar langer.
Zodra een veengebied uitgeput raakte, werd het gebied en de verwante infrastructuur verlaten. In 1970 kocht Brabants Landschap het turfgebied de Pannenhoef om meer natuur te realiseren. Langzaam is het gebied omgevormd tot natuurgebied van circa 706 hectare, gelegen tussen de gemeenten Zundert, Etten-Leur en Rucphen.
En turf? Dat is met de komst van steenkool als brandstof in de twintigste eeuw langzaam uit Nederland verdwenen.
Op deze route kom je diverse veenpalen tegen. De borden zijn door de omliggende gemeenten geplaatst om de turfhistorie weer te geven.
Halverwege de route kun je even lekker zwemmen of een SUP huren bij de Westpolderplas in Etten-Leur.
Deze premium fietsroute is samengesteld door onze redacteur: Elwin Croeze.
Hier kun je jouw route uitbreiden met afstapmomenten
Nog geen afstapmomenten toegevoegd