De smaakvolle traditie van Limburgse vlaai
Maastricht, Gulpen
Zeg je Limburg, dan zeg je vlaai! Of vloaj, vla of flaai, maar dat hangt er vanaf waar uit Limburg je vandaan komt. Toch ligt de oorsprong van de oervlaai niet in Limburg. Het waren de Germanen in Zuid-Duitsland die de vlaai bedachten, door resten brooddeeg met oud fruit of honing te bakken op een, in vuur verhitte, steen. Later, in de middeleeuwen, werden de vlaaien gebakken in Duitse kloosters en gebruikt als offerbroden. De lekkernij kwam al snel naar Limburg dat niet alleen veel kloosters heeft, maar ook veel boerderijen en fruitgaarden. Een nieuwe traditie werd geboren.
Aanvankelijk werden de vlaaien vooral geserveerd op feestdagen. Na de kerk, een processie en een uitgebreide maaltijd werd er koffie gedronken met vlaai. Maar ook met verjaardagen, bruiloften en begrafenissen werd vlaai gegeten. Op de koffietafel bij een Limburgse begrafenis vind je nog steeds vaak de zwarte pruimenvlaai, die wordt geassocieerd met rouw en afscheid. Inmiddels is de Limburgse vlaai een officieel erkend streekproduct. Om een echte Limburgse vlaai te zijn moet de vlaai voldoen aan een aantal kenmerken. Zo heeft de vlaai een platte bodem van gistdeeg, van ongeveer een centimeter dikte en een doorsnede van minimaal tien en maximaal dertig centimeter met een lage opstaande rand. De vulling van kruisbessen, abrikozen, kersen, pruimen, appels, rijstebrij, pudding, compote of zelfs kaas wordt altijd meegebakken. Soms met een deksel of raster van deeg, of met deegkruimels erbovenop. Respectievelijk een dichte vlaai, een ruutjes of laddervlaai en een kruimelvlaai genoemd. Maar de vlaai kan ook open zijn.
Op zijn Limburgs eet je de vlaai met de hand, de bodem moet dus stevig zijn. Limburgers zijn gastvrij en nooit zuinig dus de stukken zijn altijd royaal. De ideale verdeelsleutel van een grote vlaai is acht stukken, het absolute maximum is tien stukken. Noem het volgens de traditie trouwens “stukken” en geen “punten”. Het t-woord moet je in Limburg al helemaal vermijden. Een vlaai is geen taart! Een andere Limburgse gewoonte, waar je vast aan kunt wennen, is het proeven van zoveel mogelijk soorten. Het is heel gebruikelijk om op een verjaardag drie of vier stukken te nuttigen.
Deze fietsroute door het prachtige en kleurrijke Limburgse Heuvelland, brengt je langs locaties waar je vlaaien kunt proeven, waar je het bakproces kunt volgen, waar je een workshop vlaaienbakken kunt volgen en langs leveranciers van regionale ingrediënten. Bekijk eens een Limburgse korenmolen of pluk fruit in een van de gemeentelijke fruitboomgaarden om thuis zelf zo’n lekkere vlaai te bakken. Wil je de route combineren met een workshop of rondleiding bij een van de interessante locaties? Dan is het raadzaam dit ruim van tevoren in te plannen en te reserveren. Heel veel fietsplezier en vergeet vooral niet zo’n heerlijk stuk vlaoj te preuven op een van de plaatselijke terrasjes!
Deze Premium fietsroute is samengesteld door onze redacteur: Désirée van Uffelen.
Hier kun je jouw route uitbreiden met afstapmomenten
Nog geen afstapmomenten toegevoegd