Zangvogels spotten - Amsterdam

Zangvogels zijn meestal klein, dus je zult ze tijdens het fietsen eerder horen dan zien! Maar als je goed oplet, zie je er misschien een aantal in de toppen van het riet als het riet heen en weer wuift. Lees verder om de verschillende vogels te herkennen.

Rietzanger
Dankzij zijn geelbruine verenkleed is hij vaak onopvallend tussen het riet. De donkere strepen op zijn kop en rug en een lichte wenkbrauwstreep zijn herkenbare kenmerken voor de rietzanger. Als hij gaat zingen, klimmen ze naar de top van de rietstengel. Terwijl ze een klein stukje vliegen en dan weer neerdalen als een parachuutje, zingen ze een krassende zang die vol zit met imitaties van andere vogels. Tijdens het broedseizoen (begin mei en opnieuw in juni) hoor je ze de hele dag door!

Gele kwikstaart
Het mannetje van de gele kwikstaart heeft een knalgele keel en borst - dat verklaart gelijk zijn naam. Verder herken je hem aan een blauwgrijze kop en een witte wenkbrauwstreep. Ook de naam kwikstaart is niet zomaar: hun staart wipt constant heen en weer met snelle, schokkende bewegingen. Hun zang klinkt als een enkele, hoge 'twsie'. Ze zitten graag in open landbouwgebied, toch zijn ze in Waterland uiterst zeldzaam. De gele kwikstaart staat op de rode lijst van Nederlandse broedvogels.

Veldleeuwerik
De veldleeuwerik heeft een lichtbruin verendek met gele en bruine strepen en een contrasterende witte buik. Zijn korte, stompe kuif maakt hem herkenbaar. Veldleeuweriken zingen zeker in het voorjaar uitbundig en kun je vanaf grote afstand al horen. De baltsvluchten zijn extra opvallend. De mannetjes vliegen tot 100 meter de lucht in en laten zich daarna luid zingend vallen om in de buurt van een vrouwtje te landen. Veldleeuweriken zijn tussen februari en november in Nederland te vinden. Helaas gaat het ook met de veldleeuwerik niet goed: sinds 1960 is het aantal met 95% afgenomen en staan ze op de rode lijst.