Torenkerk - Winsum

Winsum was rond het jaar 1000 een bloeiend handelscentrum vaan de zeearm van de Hunze. In 1057 kreeg het dorp muntmarkt en tolrecht van de Duitse koning Hendrik de Vierde. Daarmee werd Winsum een stad.

Om de kerkelijke goederen te beheren, moest je in het bezit zijn van het collatierecht van de kerk. In 1566 was het collatierecht in handen van de gebroeders Ripperda. Zij waren zeer tegen Spanje en de Roomse kerk. Onder hun leiding werden in datzelfde jaar veel vernielingen aangericht tijdens de beeldenstorm. Daarna, in 1584, kocht de stad Groningen het collatierecht. Groningen wilde de toren als uitkijkpost gebruiken om vijanden in de gaten te kunnen houden. De kerkgangers gaven hun toestemming, met de voorwaarde dat de wachter de kerktoren buitenom beklom. Zodoende werd aan de buitenkant van de toren een trap gebouwd.

Van de oudste onderdelen van de kerk is bijna niets bewaard gebleven, maar de buitentrap werd bij de restauratie in 1975/1976 ontdekt en bewaard. Het maakt de Torenkerk nu een bijzondere kerk.