Ringwalburg - Burgh-Haamstede

Vanaf 800 voeren Noormannen uit Denemarken langs de Europese kusten om handelscontacten te leggen. Maar er was een groep Noormannen die zich schuldig maakte aan plunderingen en rooftochten: de Vikingen. Walcheren (destijds Walichrum) en de Kop van Schouwen (Scaltheim) hadden een aantal rijke nederzettingen, waarmee ze een interessant doelwit werden voor de Vikingen.

Toen er aan de kust niet veel meer te halen viel, trokken de Vikingen steeds verder landinwaarts. Ze voeren langs de Oosterschelde door naar Burgh. Ze roofden vooral schapen om in hun voedselvoorziening te kunnen voorzien.

Om zich te beschermen tegen deze plunderingen, werd een Ringwalburg gebouwd. Het cirkelvormige terrein was omringd door een aarden wal, bekleed met plaggen, met daar bovenop houten palen met takken of een houtwal als afscherming, ook wel een palissade genoemd. Daarbuiten liep er vaak nog een brede gracht. Er was maar één ingang naar binnen. Op die manier konden de bewoners zich veilig terugtrekken in de burg en kon de ingang goed verdedigd worden als er werd aangevallen.

Vanaf het jaar 1000 gingen er mensen binnen de burgen wonen. Daarmee werden het versterkte nederzettingen. In de jaren erna verloren ze hun verdedigingsfunctie. Hier in Burgh is de oorspronkelijke Ringwalburg tussen 2001-2007 gereconstrueerd.

Rondom de ringwalburgen bestaan nog veel vragen. Er kan namelijk niet met zekerheid worden gezegd wie de burgen precies heeft gebouwd. Op sommige plekken lijken de lokale heersers en kloosterordes de initiatiefnemers en voerden de lokale bewoners de werkzaamheden uit. Maar er zijn ook verhalen die beweren dat de Noormannen ook wel eens zelf een burg bouwden, zoals die in Oost-Souburg. Ook is het niet bewezen dat er daadwerkelijk tegen de Vikingen is gevochten op zo'n burg.