Molen van Nieuwerkerk - Nieuwerkerk

Aan de Schoolstraat 36, 400 m ten noord-oosten van de dorpskern, staat een aan alle kanten ingebouwde en uit 1844 daterende ronde stenen grondzeiler op een circa 1,5 m hoge molenberg. De voorganger, een houten achtkant, is als gevolg van blikseminslag afgebrand. Deze molen stond 125 m. ten noordwesten van de huidige korenmolen aan de westzijde van de Molenweg. Op het toegangshek van de molenwerf van de huidige korenmolen staat: 'Door de Zeeuwse wet Ben ik hier neergezet'. Dit verwijst naar de herbouw die op de plaats van zijn voorganger werd verboden wegens het gevaar van de over de weg draaiende wieken.

Voor de westelijke deur ligt een molensteen en op de gevelsteen staat: 'De eerste Steen gelegd door KS Pr Berman Jz op den 29 mei 1844'.Vijf jaar later werd G. Berman de moleneigenaar, die was belast met een cijns van 60 gulden ten behoeve van de ambachtsheer van Nieuwerkerk, W.J.J. van Hemert uit Den Haag. In 1857 werd W. Dijkman erfpachter, die de cijns een jaar later afkocht. De molen is in 1900 publiek verkocht aan M. Dijkman en vervolgens aan J. Dijkman in 1918. De volgende molenaars waren L.J. Dijkman en A. Geuze van 1948 tot 1963. In 1970 kocht de gemeente de molen.

Er werd tot 1947 gemalen met drie koppels maalstenen. Hiervan resteren een koppel 17er blauwe en een 16er koppel kunststenen en een buil. In het aangrenzende pakhuis werd met een hamermolen met 25 PK elektromotor, een graanreiniger en elevator met elk een 1 PK electromotor gewerkt. De drie zolders tellende molen is nooit bewoond geweest. Begin jaren zeventig heeft de molen een ingrijpende restauratie ondergaan, waarbij onder andere ook het binnenwerk weer maalvaardig is gemaakt.