Het stelsel van kanalen en vaarten was in de zeventiende eeuw de snelweg van de Republiek der Verenigde Nederlanden, waarover trekschuiten de verbinding tussen steden en dorpen onderhielden. Nou ja, snél was het vervoer per trekschuit niet. Een stevig paard met een lichtgewicht jongeman (het 'jagertje') sjokte over een jaagpad langs de oever, verbonden met een log schip voor personenvervoer. Daarin zaten passagiers uit de steden en stadjes die in deze regio via het water met elkaar in verbinding stonden: Leiden, Leidschendam, Voorburg, Den Haag, Rijswijk, Delft en de haltes tot aan Rotterdam, plus aftakkingen naar boerendorpen als Schipluiden en Maasland. Niet enkel burgers en boeren reisden op deze manier van de ene gemeente naar de andere, roddels en nieuws reisden met hen mee.
Of Vermeer de trekschuit ooit nam, weten we niet. Wel is bekend dat hij tenminste één keer Den Haag bezocht, mogelijk met deze vorm van openbaar vervoer. De schilder hield zich naast het zelf maken van kunst bezig met de handel in schilderijen, in navolging van zijn vader Reynier. In Delft en dus ook daarbuiten moet zijn expertise op waarde zijn geschat, want Vermeer werd ingeschakeld om de echtheid van enkele doeken van mogelijke Italiaanse meesters te controleren. Dat vond plaats in Den Haag, waar een Amsterdamse kunsthandelaar de werken aanbood aan een buitenlandse vorst. Het oordeel van Vermeer was genadeloos: de schilderijen waren 'vodden'.
Twee afbeeldingen van de trekvaart vind je langs het water onder het viaduct, aan beide zijden van de Vliet (zoals het kanaal tussen Delft en Den Haag heet). Je kunt oversteken via de fietsbrug verderop (een mini-versie van de Erasmusbrug in Rotterdam.) Houd er rekening mee dat het behoorlijk donker is onder het viaduct en val niet in het water.
Langs de Vliet
Delftweg
2289 AH
Rijswijk
Contactgegevens
Openingstijden | |
---|---|
24 uur open |