Kasteel Bentheim - Bad Bentheim

Aan het begin van de film ‘De beentjes van Sint-Hildegard’ zien we hoe Arend, de vader van Gerda, aan een voetreis naar Rüdesheim in Duitsland begint. Daar wil hij de beenderen van de heilige Sint Hildegard met een bezoek vereren. Maar Arend is oud en niet meer in topconditie en aangekomen in Bad Bentheim wordt hij onwel en sterft op straat. Aan het einde van de film komen we opnieuw in Bad Bentheim, waar Jan (gespeeld door Herman
Finkers) naar toe is gereisd, op weg naar de Lorelei, om daar de as van Arend te gaan uitstrooien. Zijn zoon en dochter voegen zich daar op zijn verzoek bij hem.

Bad Bentheim staat bekend om haar kuuroorden (vandaar de toevoeging ‘Bad’), en natuurlijk om haar eeuwenoude kasteel. Dit kasteel wordt in 1020 voor het eerst in documenten genoemd, maar werd vermoedelijk veel eerder al gebouwd. Vanaf de 12 e eeuw is het kasteel familiebezit van de families Rheineck en Van Northeim. Via hen kwam het in handen van Otto van Bentheim.

Opvallend is dat het kasteel is gebouwd van zandsteenblokken. Dit zandsteen werd in de omgeving van Bentheim afgegraven en werd in de hele omgeving, ook over de grens in Twente, voor bouwwerken gebruikt. Het kasteel is nog steeds bewoond, door de adellijke familie Zu Bentheim und Steinfurt, zoals zij zich sinds 1817 officieel mag noemen. Het gedeelte waar zij wonen is niet toegankelijk, maar de rest van het kasteel is open voor publiek.