Hunebed D49 - Coevorden

Dit hunebed staat ook bekend als de Papeloze kerk en is een ganggraf. In een ganggraf leidt een gang naar de grafkamer(s). Pas omstreeks 1848 wordt hunebed D49 in publicaties "Papeloze Kerk" genoemd.  In de tweede helft van de 16e eeuw, toen door de katholieke overheid openlijke protestantse geloofsuitoefening niet was toegestaan werden hier zogeheten ‘hagenpreken’ gehouden. Dit waren geheime protestantse diensten waar geen priester (‘een paap’) bij aanwezig was.

Het hunebed is in 1958, 1959 door de Drentse archeoloog Albert van Giffen grotendeels teruggebracht in zijn oorspronkelijke toestand, met gebruikmaking van veel van elders aangevoerde stenen. Hij liet de helft van de kelder zonder stopstenen en
mantelheuvel, om voldoende licht in de gereconstrueerde helft toe te laten en om de bezoeker een deel van het steenskelet te tonen.

Bij D49 staat een plaquette ter ere van Professor Dr. Albert van Giffen. Hij was veruit de bekendste Nederlandse archeoloog van de twintigste eeuw en werd ook wel "vader van de hunebedden" genoemd of in goed Drents: "oes spittertien"

Van Giffen bracht in meer dan 50 jaar alle nog bestaande hunebedden in kaart en verrichtte bij meerdere daarvan bodemonderzoek. Hij restaureerde een groot aantal
ingestorte en deels vernielde hunebedden.

Hij was ook verantwoordelijk voor de officiële nummering van de hunebedden in Nederland waarbij de letter staat voor de provincie waarin het hunebed gelegen is en de nummering oploopt van noord naar zuid.

De restauraties en onderzoeken van Dr. van Giffen zijn belangrijk maar niet onomstreden. Hij ging vaak uit van ‘giswerk’ omdat de oorspronkelijke situatie niet altijd met zekerheid vast te stellen was. Toch vormt het werk van Dr. van Giffen vandaag de dag nog steeds de basis van onze kennis over hunebedden.