Vanaf dit punt aan de Veldweg in Drouwen loop je via een onverharde weg naar de rand van het bos om Hunebed D26 te kunnen zien. Het bijzondere aan dit hunebed, naast dat het het laatste onderzochte hunebed is, is dat er nog zoveel kransstenen over zijn gebleven. Maar liefst 13 van de oorspronkelijk 27 kransstenen. De kransstenen vormden een kring om het hunebed, mogelijk om het heilige gebied rond de grafkamer af te bakenen. Het terrein dat gereserveerd was voor rituele en ceremoniële doeleinden.
Toen professor Van Giffen in 1913 het graf onderzocht beoordeelde hij de staat als "tamelijk duidelijk". Op de plek van de ontbrekende kransstenen plaatste hij plombes (pinnen) om deze te markeren. Goed zichtbaar werd dat het graf een lange toegang had. Ook de oorspronkelijke heuvel was nog goed te zien.
Tussen 1968 en 1970 werd het hunebed nogmaals onderzocht door een groep archeologen o.l.v. Dr Jan Albert Bakker. In de kelder troffen zij de resten van 160 potten, stenen, wapens, gereedschappen en barnstenen kralen. Omdat bij het onderzoeken van met name de grafkelders de megalitische graven ook altijd wel beschadigd raakten is toen besloten te stoppen met onderzoeken d.m.v. opgravingen. Het wachten was op andere methoden om de bodem te onderzoeken m.b.v. bijvoorbeeld röntgenfoto's.
De schatten die werden opgegraven bij dit hunebed werden door de archeologen van de Universiteit van Amsterdam in bruikleen gegeven aan het Hunebedcentrum in Borger. Daar is de collectie trechterbekers en andere bijzonderheden te bekijken vanachter glas.
Hunebed D26
Veldweg
9531
Drouwenerveld
Contactgegevens