Nu heeft ieder hunebed zo zijn eigen verhaal, maar dat van hunebed D13 is echt wel bijzonder. In het begin van de 18e eeuw ontdekte een Drentse boer, op zoek naar stenen voor zijn erf, een holle ruimte in het bos. Van schrik wilde hij daar zo snel mogelijk weg. Jaren later, om precies te zijn in 1735, gingen dorpsbewoners die waren getriggerd door het verhaal van de boer, op onderzoek uit. Gewapend met gereedschap ontdekten zij de grafkelder die op die plek in een grafheuvel verborgen lag. Een viertredig trapje leidde vanaf de top van de heuvel de grafkelder in. Zo'n trapgraf is uniek voor Nederland.
Toen in 1756 het trapgraf voor het eerst onderzocht en opgegraven werd, waren de trap en 3 van de dekstenen spoorloos verdwenen. Maar ook de vondsten die in het graf gedaan werden zoals potten met verbrande botten raakten in ongerede. Het trapje werd door professor Albert van Giffen teruggevonden en hersteld. Een van de dekstenen werd teruggevonden in het dorp Eext en in 1976 teruggeplaatst. Vermoedelijk is een andere deksteen gebruikt als fundament voor de dorpskerk aldaar. Alleen de vondsten die in de grafkelder gedaan zijn, zijn nooit meer teruggevonden.
Dat de kelder nog steeds gedeeltelijk in de grafheuvel verborgen ligt is uniek voor Nederlandse hunebedden. Dat de stenen van de kelder, bijna zonder kieren, dicht tegen elkaar aan geplaatst zijn is opmerkelijk. Met recht een anders-dan-de-anderen-hunebed dus!
Hunebed D13
Stationsstraat
9463 TG
Eext
Contactgegevens