Johan was een knappe jongeman die woonde in het nederige gehucht Otterloo. Hij woonde met zijn moeder in een van de vele kleine hutten. Op een dag, toen hij in het bos hout aan het sprokkelen was, hoorde hij gerinkel van een paardentuig. Hij keek op en zag de mooiste vrouw op aarde: de gravin van Otterloo. Hij boog zich diep voorover en zag daarom niet haar harde ogen, waardoor haar schoonheid werd ontsierd. Vanaf dat moment kwam ze Johan steeds vaker 'toevallig' tegen in het bos.
De dag kwam dat hij niet meer naar huis ging, maar zijn weg naar een kasteel vond, waarvan de poort wijd open stond. Deze poort viel zwaar in het slot toen hij binnen was. Hij kreeg prachtige kleren en gouden gespen op zijn schoenen. Maar van een huwelijk kon natuurlijk geen sprake zijn.
Naarmate de tijd voortschreed stond Johan steeds vaker voor het venster, verlangend naar zijn vroegere leven waarin hij arm, maar vrij was. Een afgunstige page vertelde dat aan de gravin. Hij koos zijn woorden goed en de gravin beval om Johan te halen. Ze bekeek hem en sprak honend: 'Je bent lelijk. Ik haat lelijkheid!' Achtervolgd door stokken en honden werd hij de bossen ingejaagd. Niemand zag hem ooit weer, maar af en toe vertellen reizigers over een jonge man die plotseling voor hen verschijnt om vervolgens weer in het niets te verdwijnen...
De sage van Johan van Otterloo
Houtkampweg
6731 AW
Otterlo
Contactgegevens