Na de vondst van de resten van tien verzetsmensen van Knokploeg De Hondsrug op aanwijzen van Werner Sterzenbach, werd verder onderzoek verricht. Bekend was inmiddels dat in Kamp Westerbork regelmatig verzetsmensen gevangen hebben gezeten, in afwachting van transport naar Duitsland of een proces van het Polizei-standgericht. Ondanks dat Kamp Westerbork een doorvoerkamp was, werden er af en toe ook fusillades uitgevoerd. Dit betrof dan meestal verzetsstrijders, of in de ogen van de Duitse bezetter: terroristen. De lichamen van de mensen die in Kamp Westerbork omkwamen werden gecremeerd in het crematorium van het kamp.
Daarbij ging nog al eens iets mis. Zo kregen de kampbeheerders de oven niet aan, toen de tien van Knokploeg De Hondsrug gecremeerd dienden te worden. De joodse gevangenen die toen opdracht kregen de crematie uit te voeren werden, direct nadat de assen begraven waren, op transport gesteld. (Genoemde Werner Sterzenbach was een van hen, hij wist tijdens dit transport te ontsnappen.) In een ander geval was er niet genoeg brandstof om de lichamen volledig te verbranden en werden de restanten slechts gedeeltelijk verast in massagraven begraven achter het crematorium.
Uiteindelijk werden de resten van 52 geëxecuteerde personen teruggevonden. Hun namen staan in een wand van cortenstaal, aan het eind van de voormalige fusilladeplaats, vlakbij de plek waar het crematorium was gevestigd. Het crematorium zelf is in 1951 afgebroken. De resten van de personen uit het massagraf zijn herbegraven op verschillende plaatsen in het land.
Crematorium Kamp Westerbork
Oosthalen 8
9414
Hooghalen
Contactgegevens