Boterhuispolder - Leiderdorp

De Boterhuispolder ontstond in 1634. Verschillende kleine boeren in het gebied besloten toen om samen hun laaggelegen landbouwgronden tegen het water te beschermen.

Om de polder wordt een lange dijk aangelegd en alle sloten worden verbonden met een gemeenschappelijk afvoerkanaal, een wetering. Daarna bouwde men één grote molen om de polder droog te malen – de Boterhuismolen.
Aan het slotenpatroon in de polder is nog goed te zien dat het gebied vroeger uit allemaal individueel bemalen stukken land bestond.

De Boterhuispolder ligt beduidend lager dan het land eromheen. Dat komt doordat het land in dit gebied veel langer wordt droog gehouden dan het omliggende land. Vóór het jaar 1200 al werd de Boterhuispolder als landbouwgrond gebruikt. Dit gebied werd zo goed mogelijk droog gehouden. En omdat het land uit veengrond bestond, begon met het droog houden ook het inklinken. Hoe verder het veen droogde, hoe lager het kwam te liggen. Bij het land eromheen kwam dat proces pas veel later op gang en dat verklaart het grote verschil in hoogte.