Het beroemde Achterhuis aan de Prinsengracht, nu het Anne Frank Huis, was in de Tweede Wereldoorlog de schuilplaats van Anne Frank en haar familie. Ruim twee jaar lang leefde dit joodse gezin, zoals zoveel anderen in Europa, in een wereld tussen hoop en vrees. Jaren eerder was de familie Frank van Duitsland naar Nederland gevlucht. In Duitsland was het nationaalsocialisme in opmars waarbij vooral Joden het moesten ontgelden.
Toch bleef het in Nederland niet rustig. De Jodenvervolging kreeg ook hier, na de Duitse inval, voet aan de grond. De familie Frank duikt, in juli 1942, onder in het pand van vader Otto's Opekta (een bedrijf dat handelde in een vruchtenpoeder dat gebruikt werd om jam te maken.)
Maar een paar mensen binnen Opekta weten af van de onderduikers. Sommige medewerkers, zoals magazijnmedewerkers, vermoeden niets en worden onwetend gehouden. Maar vertrouwenspersonen zoals Bep Voskuijl (administratieve kracht van Opekta) en Miep Gies (medewerkster klantenservice van Opekta) hebben al lang een goede vriendschappelijke band met de familie Frank. Zij blijken bereid hun leven te riskeren om de onderduikers te helpen. Er zijn nog meer helpers: Victor Kugler, Jan Gies, Johannes Kleiman en Johan Voskuijl. Zij zijn de schakel van de onderduikers met de buitenwereld.
Na een tijdje voegt de Joodse familie Pels zich bij de onderduikers in het Achterhuis, en een achtste onderduiker: Fritz Pfeffer. Om niet ontdekt te worden mag niemand het kleine Achterhuis verlaten en overdag is stilte absoluut noodzakelijk. De puberende, scherpzinnige en altijd op de voorgrond tredende Anne wordt door de omstandigheden gedwongen zich twee jaar lang in te houden. Dit leidt regelmatig tot conflicten met haar moeder Edith, terwijl de relatie met haar vader Otto juist hecht is. Anne schrijft in die tijd alles op in haar beroemde dagboek, haar uitlaatklep.
Anne kreeg steeds meer moeite met het ondergedoken moeten zijn. Het verlangen naar de natuur en vrijheid speelden bij haar een steeds grotere rol in die twee jaar van angst en onzekerheid. Het zolderraam op de vierde verdieping bood een schitterend uitzicht op de blauwe lucht, de fladderende vogels en een majestueuze kastanjeboom. Anne beschrijft deze boom verschillende keren in haar dagboek. Ze voelde zich zo down in die periode. Het moeten leven in stilte, met altijd dezelfde mensen om je heen en weinig privacy. Anne voelde zich als een vogel in een kooi. Maar de gedachte aan de vrije natuur ─ met in het bijzonder die prachtige kastanjeboom ─ gaf hoop en bood haar troost. Als ze samen met een huisgenoot naar de vredige natuur in al haar schoonheid keek, schreef ze: “Dat alles ontroerde en pakte ons alle twee zo, dat we niet meer konden spreken.
Het Achterhuis is nu een museum, waar bezoekers met eigen ogen kunnen zien hoe de onderduikers zich al die tijd schuil moesten houden. In verband met een overweldigende belangstelling, dien je, als je het museum wilt bezoeken, enkele weken van te voren al te reserveren.
Anne Frank Huis
Prinsengracht 267
1016GV
Amsterdam
Contactgegevens
T: + 31 20-5567100
E: services@annefrank.nl
W: http://www.annefrank.org/
Openingstijden | |
---|---|
Maandag | 09:00 - 19:00 |
Dinsdag | 09:00 - 19:00 |
Woensdag | 09:00 - 19:00 |
Donderdag | 09:00 - 19:00 |
Vrijdag | 09:00 - 19:00 |
Zaterdag | 09:00 - 19:00 |
Zondag | 09:00 - 19:00 |
Als je het museum wilt bezoeken, dien je 6 weken van te voren te reserveren via de website van het Anne Frankhuis.