September: de start van de bronsttijd
Wildspotten op de Veluwe met een expert
Natuurspecialist André Donker kent de Veluwse bossen rondom Epe als geen ander. Voor de Wildroute bij Epe gingen wij samen met hem op pad om jou de mooiste fietsroute door de natuur te bieden. De beste plekken en andere tips om wild te spotten delen we natuurlijk met jou in deze blog.
Back to basics bij André Donker
We waren uitgenodigd om bij André thuis de fietsroute te starten. Als natuurspecialist woont hij midden in het bos en heeft hij een ruime tuin waar hij zijn eigen activiteiten faciliteert. Er is een kampvuurkuil waar ‘s avonds op gekookt kan worden, een composttoilet waar je je behoefte met zaagsel moet bestrooien, en een keet die is omgebouwd tot een knusse binnenruimte. Helemaal back to basics!
Wij namen buiten plaats aan de picknicktafel. De ochtenddauw parelde in het zonlicht. Na een lekker kopje koffie, stapten we op de fiets.
Pas op: overstekend wild!
We fietsen naar de Hanendorperweg, het stuk tussen knooppunt 44 en 42. Ondanks dat aan deze weg ook campings zitten, lopen hier ‘s avonds gewoon edelherten rond. Ze komen uit het bos om de weilanden en de weg over te steken naar het andere bos.
Misschien is het je wel opgevallen dat de meeste bosranden zijn omheind met hekwerk. De omheining is bedoeld om de wilde zwijnen zo veel mogelijk in de bossen van de Veluwe te houden. Hoe leuk het ook is om ze in het wild tegen te komen, de varkens bezorgen veel overlast voor bijvoorbeeld omwonenden doordat ze de grond omwoelen en daarbij veel schade aanrichten. Dus om tuinen, gewassen en parken te beschermen, worden deze hekken geplaatst. Net als bijvoorbeeld wildroosters, die je op deze route op verschillende plekken zal tegenkomen. Herten brengen niet zoveel schade aan, dus die mogen zich wel verplaatsen.
Maar hoe komen die edelherten dan van het ene naar het andere bos? Simpel: ze springen er overheen! Hun benen zijn zo lang dat ze er gewoon overheen stappen. Zelfs een jong kalf is groot genoeg om over deze hoogte heen te springen. Wel zijn de hekken aan de bovenkant afgewerkt met wat fijner gaas, zodat de hoeven niet vast komen te zitten in het raster.
Openluchtmuseum met een koninklijk tintje
Inmiddels fietsen we in Gortel, een bijzonder dorpje dat een beschermde status heeft gekregen. De grond en de bebouwing is opgekocht door de koninklijke familie. Inmiddels zijn veel van de huizen weer verkocht, maar de ondergrond is nog van het koningshuis. Mede daardoor is Gortel gebleven zoals het was rond 1900. Tegenwoordig is het een beschermd dorpsgezicht met zes rijksmonumente en twee gemeentelijke monumenten.
De buurtschap telt zo’n 25 boerderijtjes, boshuizen, een kerkgebouwtje en knusse basisschool die al in 1889 is opgericht. De huizen en tuinen zijn erg netjes onderhouden en het dorp is ruim opgezet. In de groene, bosrijke omgeving ziet het er prachtig uit en brengt het een nostalgisch gevoel met zich mee. Het is eigenlijk net een soort openluchtmuseum.
Grappig feitje: veel fietspaden zijn de laatste jaren gemoderniseerd en hebben een glad oppervlak voor de beste fietscomfort. Maar omdat in Gortel alles in oude stijl bewaard moet blijven, is er een tegelstructuur aangebracht in één van de moderne betonnen fietspaden. Voor het oog ziet het effect er leuk uit, maar het fietscomfort wordt er wel wat minder van, want door het reliëf hobbel je het fietspad over alsof je over een keienpad rijdt. Gelukkig voor ons hebben ze het maar bij één fietspad gelaten.
Als je het dorp verlaat, fiets je richting de Gortelse Berg. Dat is niet één grote herkenbare berg, maar eigenlijk een langgerekte stuifduin die is ontstaan tijdens de laatste ijstijd. Destijds bestond de gehele Veluwe vooral uit heidevelden en stuifzand. In de periode 1895 tot 1920 zijn veel bossen aangelegd om enerzijds het stuifzand vast te zetten, en anderzijds om beheerde houtindustrie op te zetten. Koningin Wilhelmina, die in die periode regeerde, schilderde graag de Veluwse landschappen en was stellig: het gebied van de Gortelse Berg mag niet bebost worden! En zo komt het dat we hier nog elk jaar kunnen genieten van die schitterende paarse heide.
Oorlogsverleden in het bos
Door de bossen en kleinere heideveldjes, fietsen we verder richting Vierhouten en kom je langs het Verscholen Dorp, een belangrijke onderduikplek in de Tweede Wereldoorlog. Het dorp werd tussen februari 1943 en oktober 1944 bewoond door vluchtelingen, Joodse families en gestrande piloten. In 1944 werd het kamp ontdekt door twee SS’ers die aan het jagen waren. Van de 86 bewoners werden er acht gevangengenomen en later gefusilleerd, de anderen wisten op tijd weg te komen. Er zijn drie van deze schuilhutten nagebouwd ter nagedachtenis. Ook op de fusillatieplek van de acht gevangenen ligt een gedenksteen, maar daar kom je met de route net niet langs. Een indrukwekkende plek om even af te stappen en rond te kijken.
Slingerend naar het hoogtepunt
Op een gegeven moment fietsen we aan de rand van de Doornspijkse Heide, dat door de Landmacht wordt gebruikt als schietterrein. Nu vonden er geen oefeningen plaats, dus genieten we nog altijd van de stilte van de natuur. We konden ons voorstellen dat als er wel geoefend wordt, de dieren hier liever niet zouden zitten vanwege het lawaai. Maar niets is minder waar! André vertelde ons dat er juist op de schietterreinen veel wild te vinden is. Zelfs de wolf vindt het fijn om zich te vestigen op deze terreinen. Dat komt omdat daar bijna nooit mensen komen: wij als recreatieve toeristen mogen er niet komen en de Landmacht is er maar af en toe om te oefenen. En al die knallen, tja. Dat boeit de dieren niet zo.
We slingeren door het bos naar Uitkijktoren De Haelberg. Hoewel we er vlak langs komen, moeten we toch een beetje van de route afwijken om er te komen. André kent het bos op zijn duimpje, dus hij gaat ons voor. Een onstuimige zandweg naar boven volgt, maar eenmaal op de uitkijktoren is het uitzicht adembenemend. Het was de moeite dubbel en dwars waard!
De terugweg naar beneden namen we een ander pad. Eentje die tot onze geruststelling veel minder ruig was dan de heenweg.
Iets verderop komen we langs het wildkijkscherm ‘t Eperholt. We hebben even gegluurd door de openingen, maar helaas waren er geen zwijnen te bekennen. Dan gauw maar weer op de fiets om de tocht te vervolgen.
Nog even een uitstapje van de route af
Tussen knooppunt 26 en 21 steek je de Tongerenseweg over, maar als je op dat kruispunt richting Tongeren fietst kom je nog voor de eerste rotonde bij De Leemkuil. Een prachtig plekje waar je dat extra stukje graag voor wilt fietsen! En wandelen trouwens, want je kunt er niet helemaal met de fiets bij komen. Zet je fiets bij de ingang van het wandelpad en al na drie minuten wandelen zie je een mysterieus watertje, bedekt met waterlelies en omringd door diverse grassoorten. Ondanks dat je niet ver van de weg af zit, is het hier al heerlijk stil. Aan de sporen rondom kun je zien dat zwijnen en herten hier graag komen drinken. Misschien heb je geluk en zie je een ree!
Als je nog een klein stukje door wandelt, kom je uit bij een grote zandafgraving die inmiddels ook een waterplas is. De dieren drinken ook wel bij dit water, maar zij geven aan het aantal sporen te zien toch de voorkeur aan de Leemkuil. Voor ons mensen is deze zandafgraving wel een schitterende oase verstopt in het bos. Vanuit de paarse heidebloemen kijk je tussen de hoge naaldbomen door over het heldere water. Wat is de natuur toch mooi!
Tips van André Donker
We zijn alweer bijna terug. Helaas voor ons hebben wij geen wilde dieren gezien. Hoewel, een eekhoorn is ook gewoon wildlife! Onder het genot van een cappuccino, compleet met likeurtje met slagroom en een glaasje water bij Veluws Eethuis Wissel, kregen we de laatste tips mee van André:
- Ga vroeg in de ochtend bij zonsopgang, dan zijn veel bosdieren actief.
- Ben je niet zo’n ochtendmens, ga dan juist na 15:00 uur ‘s middags.
Herten hebben tegen die tijd het voedsel dat ze de nacht en ochtend ervoor hebben gegeten herkauwd, dus zijn weer toe aan een nieuwe ronde. De grootste kans in de middag heb je rond 18:00 uur, want dan wordt het weer rustig in het bos omdat mensen naar huis gaan voor het avondeten. - Kijk tijdens het fietsen ook opzij de bosjes in.
Wilde zwijnen zijn zo gewend aan fietsers dat ze vaak gewoon blijven staan als je voorbij komt. Vergeet dus niet om veel opzij te kijken terwijl je rustig verder fietst. - Praat zachtjes.
- Draag geen opvallend gekleurde kleding of heftig geurende parfums.
- Houd gepaste afstand.
Zo, nu ben jij er helemaal klaar voor om op safari in eigen land te gaan. Laat je het ons weten als je wat hebt gespot onderweg?