Fietsen is gezond en goed voor je gewicht !

Ongeveer 48% van de Nederlanders is te zwaar en 12% is veel te zwaar. Overgewicht is ongezond en ernstig overgewicht wordt zelfs gezien als een gevaar voor de volksgezondheid. Fietsen draagt aantoonbaar bij aan een lager overgewicht. Fietsen blijkt daarom een prima investering in uw gezondheid zo blijkt nu ook uit onderzoek.

RIVM

Volgens het RIVM is ruim 48% van de volwassenen in Nederland te zwaar. Te zwaar wordt door het RIVM gedefinieerd als een Body Mass Index (BMI) boven de 25. Een BMI boven de 30 wordt gezien als extreem overgewicht of ook wel obesitas genoemd. Een kleine 12% van de Nederlanders boven de 20 heeft obesitas. In het begin van de 80-er jaren was dat nog maar 5% . Dat betekent dat dit probleem dus in de afgelopen 30 jaar verdubbeld is. Grote gemeenten als Groningen, Amsterdam en Utrecht kennen een lager percentage overgewicht. Het percentage volwassenen met overgewicht is het hoogst in de GGD regio’s Zuid-Holland Zuid, Twente, Drenthe, Zuid-Limburg en Zaanstreek-Waterland. Recent is geschat dat ongeveer één op de zeven gevallen van hart- en vaatziekten in Nederland verband heeft met overgewicht. Daarnaast is er een verhoogd risico op andere aandoeningen zoals aandoeningen van het bewegingsstelsel, aandoeningen van de ademhalingswegen maar bijvoorbeeld ook onvruchtbaarheid.

Betekent meer fietsen ook minder overgewicht ?

Onderstaande figuur laat zien in hoeverre het totaal aantal fietskilometers per inwoner in een gemeente afwijkt van het landelijk gemiddelde. Gemiddeld fietsen Nederlanders 944 kilometer per jaar (bron: OViN). In het heuvelachtige Zuid-Limburg ligt het fietsgebruik in alle gemeenten duidelijk onder het gemiddelde met Maastricht als positieve uitzondering. Wat enigzins opvalt is dat in het zuidoosten van de provincie Groningen het fietsgebruik relatief gering is evenals als in Flevoland. Waar Utrecht en Amsterdam boven het gemiddelde scoort in aantal fietskilometers liggen ’s-Gravenhage en vooral Rotterdam qua fietsen ver onder het gemiddelde.