Zeeuwse tradities in authentiek landschap
Burgh-Haamstede, Renesse, Serooskerke
Lange tijd was Zeeland de belangrijkste meekrap- en graanproducent van West-Europa. Om al die gewassen te kunnen opslaan, moesten er schuren komen. Zo ontstond een nieuw boerderijtype: een boerderij met daarnaast een grote, losstaande schuur, gebouwd uit zwarte gepotdekselde planken. Vaak met een witte omlijning rond het dak, zodat de boer of knecht ook ‘s nachts zijn weg kon vinden. Deze schuren vormen tot de dag van vandaag een karakteristiek beeld voor Zeeland.
In de 17e en 18e eeuw ontwikkelde Zeeland zich tot een echte agrarische provincie. Ook nu wordt er in deze streek nog veel verbouwd. Tot halverwege de twintigste eeuw werd hier volop fruit geteeld. En wist je dat de Kop van Schouwen ook een paradijs voor bloembollen was? Inmiddels vind je bijna geen bollenvelden meer, fruitboomgaarden nog wel!
De landbouw was echter zwaar werk, zeker in de natte kleigronden. Aan het eind van de 19e eeuw werd daarom een speciaal paardenras gefokt: het Zeeuwse trekpaard. Vanuit Zeeuws-Vlaanderen werden de eerste Vlaamse koudbloedhengsten geïmporteerd. Koudbloedig, omdat ze rustige karakters hadden. De hengsten waren bovendien fors gebouwd, hadden grote brede hoeven en waren beresterk. Perfect voor het bewerken van kleigrond. Even later kwamen ook de koudbloedmerries, waarna het fokken op gang kwam.
De trekpaarden waren voor de Schouwse inwoners van groot belang. Naast in de landbouw, werden de dieren ook ingezet in het vervoer, de haven en de industrie. In bijna elk weiland stond wel een trekpaard te grazen. Ook voor sport en spel boden de paarden uitkomst. Ringsteken te paard wordt bijvoorbeeld nog altijd gedaan tijdens dorpsfeesten, zoals bij het traditionele Schouwse feest ‘de Straô’. Dit feest stamt uit 1643 en heeft de status van Immaterieel Erfgoed op de UNESCO-lijst.
Tegenwoordig is het vooral een gezellig feest. In een kleurrijke stoet, want de paarden worden prachtig versierd, vertrekken de ruiters naar het strand. Het feest start half februari op een zaterdag traditiegetrouw in Renesse. De zaterdagen erna wordt het op de vijf opeenvolgende zaterdagen gevierd in Noordwelle, Burgh-Haamstede, Scharendijke, Ellemeet en Serooskerke.
Door de grote hoeveelheid paarden veranderde ook het straatbeeld van de Zeeuwse dorpjes. In veel dorpen zat een smid gevestigd. Om de zware, grote benen van de Zeeuwse trekpaarden te kunnen voorzien van hoefijzers, werd er een speciale werkplaats ontwikkeld: de travalje. Dit was een uit hout en ijzer gebouwde open constructie, vaak buiten aan de straat voor de smidse. Hierin kon het paard worden vastgezet, maar ook de paardenbenen. Zo kon de smid op een veilige manier de paarden beslaan.
In de smederijen werd naast hoefijzers ook veel hekwerk gesmeden. Elke streek had zijn eigen materiaal, kleuren, grootte, vormen en symbolen. De Zeeuwen hechtten veel waarde aan een sierlijk en gedecoreerd hek als toegang tot hun erf. Hoewel veel streekeigen hekwerken zijn vervangen door moderne exemplaren, kun je hier en daar nog een traditioneel symbool herkennen.
Overal in het landschap zie je de sporen uit de geschiedenis van de Kop van Schouwen. Een fietsroute om je ogen te allen tijde open te houden!
Deze Premium fietsroute is samengesteld door onze redacteur: Anne de Zwaan
Hier kun je jouw route uitbreiden met afstapmomenten
Nog geen afstapmomenten toegevoegd