Orvelte, Elp, Schoonloo

In de Drentse dorpen Orvelte en Schoonloo speelt de schapenhouderij al eeuwenlang een cruciale rol in het dagelijks leven en het landschap. Historisch gezien hielden boeren schapen niet alleen voor de wol en het vlees, maar vooral voor de mest. Deze mest was essentieel om de arme zandgronden vruchtbaar te maken voor de landbouw.

De schapen graasden overdag op de uitgestrekte heidevelden rondom de dorpen, waardoor ze de groei van bomen en struiken beperkten en het open karakter van de heide in stand hielden. 's Avonds keerden de kuddes terug naar de schaapskooien in het dorp, waar hun mest werd verzameld voor gebruik op de akkers. Dit eeuwenoude systeem van begrazing en bemesting heeft het Drentse landschap gevormd tot wat het vandaag de dag is.

Een bijzonder gebruik in deze regio was het schapenwassen. Vlak voor het scheren werden de schapen gewassen in speciale poelen, zoals de historische schapenwaspoel in Schoonloo. Dit verwijderde vuil en vet uit de wol, wat het scheren vergemakkelijkte en de kwaliteit van de wol verbeterde.

Na het wassen volgde het scheren, waarbij de waardevolle wol werd verzameld. De ruwe wol kon direct worden gebruikt voor het spinnen van garen, maar vaak werden de vachten ook gelooid tot schapenvachten. Deze vachten dienden als warme dekens, boden comfort in huis en werden gebruikt als zadelkleden of voeringen voor kleding. Tegenwoordig worden schapenvachten nog steeds gewaardeerd om hun natuurlijke warmte en esthetische waarde in het interieur.

Alle elementen komen vandaag op deze mooie route voorbij!