In het spoor van de smokkelaar
Roosendaal, Essen, Rucphen
Hij was een smokkelaar
Die diep in de nacht
Steeds weer z'n smokkelwaar
De grens over bracht
Klein was het smokkelloon
En groot het gevaar
Zo is het leven van een smokkelaar.
Dit zijn de eerste zinnen van het populaire nummer De Smokkelaar van Johnny Hoes uit 1956.
Waar grenzen zijn, wordt gesmokkeld. Dit geldt in het bijzonder voor de grens tussen Noord-Brabant en België. De aan de tekentafel bedachte grens uit 1843 wordt in tegenstelling tot veel andere grenzen niet gehinderd door bergen of rivieren.
Het is dan ook geen verrassing dat, na het afschaffen van het accijns op zout in België in 1870, de smokkelactiviteiten in deze regio een grote vlucht namen. Destijds werd zout in grote hoeveelheden gebruikt om vlees te pekelen. Voor inwoners uit de grensstreek die krap bij kas zaten, werd het erg interessant om het goedkope zout in België in te kopen en dit met een hoge winst in Nederland door te verkopen.
Om niet gepakt te worden door douaniers, haalde de smokkelaar 's nachts te voet de goederen op bij een stal, schuur of meewerkend café net over de grens. Met twee jutezakken met zout verbonden met een touw, de zogenaamde pungel, kon zo’n vijftig kilo zout per keer vervoerd worden. Op de terugweg werden de afgelegen, vaak drassige paden genomen en ging men in een kleine groep, eventueel met een verkenner, de grens weer over.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog besloten de Duitse bezetters van België om een Dodendraad aan te leggen langs de grens tussen het bezette België en het neutrale Nederland. Om mankracht te besparen, werd de versperring van 332 kilometer onder dodelijke elektrische spanning gebracht. Een van de eerste Draden des Doods kwam in januari 1915 tot stand bij de grensplaats Essen. Hier kozen de Duitsers voor een afwijkende ligging ten overstaan van de oorsprokelijk grens, waardoor het smokkelen hoogtijdagen kende.
In de daaropvolgende crisisjaren werd het smokkelen van margarine populair. Om de zuivelsector te steunen, werden Nederlandse producenten verplicht om een deel roomboter te verwerken in margarine. In België was dit niet aan de orde, waardoor de goedkopere Belgische margarine gretig aftrek vond in Nederland.
Na de Tweede Wereldoorlog draaiden de rollen om. Omstreeks 1960 kostte roomboter in België dubbel zoveel als in Nederland. Door de opkomst van auto’s en trucks was de tijd van de kleine smokkel voorbij. De georganiseerde misdaad ging met vrachtwagens en zelfs met pantserauto’s de grens over. Gewapend met kraaienpoten probeerden de smokkelaars de douane af te schudden. Het werd een kat-en-muisspel, waarin beide partijen tijdens achtervolgingen gigantische risico’s namen. Pas met de komst van de EEG eind jaren 1960 kwam er een einde aan de prijsverschillen en de botersmokkel.
Zou jij in dit gebied durven smokkelen? Pak je fiets en ga mee over de grens.
Deze Premium fietsroute is samengesteld door onze redacteur: Elwin Croeze.
Hier kun je jouw route uitbreiden met afstapmomenten
Nog geen afstapmomenten toegevoegd