De Boer Op | in de Kromme Rijnstreek 30km
Werkhoven, Langbroek, Cothen
Voor het ontstaan van de agrarische sector rondom Wijk bij Duurstede, moeten we terug naar de vroege middeleeuwen. In die tijd heette de plaats Dorestad en was het in handen van de Romeinen.
Na roerige jaren in Italië, was in het jaar 620 de rust wedergekeerd. De zuid-noordhandel werd hervat via de Rijn, waarbij Dorestad één van de belangrijkste handelscentra werd. Dankzij de strategische ligging aan zowel de Lek, Vecht en Rijn kwam bijna elke vaarroute wel langs Dorestad.
Na de val van het Romeinse Rijk kwam de stad in 690 in handen van de Frankische koningen. Utrecht en Dorestad werden uitgebouwd als versterkte nederzettingen langs de Rijn. Het vervoer van aardewerk en glas vanuit het Rijnland, metaal vanuit het Maasdal en het handelsverkeer tussen de Middellandse Zee en de Oostzee, passeerden het voormalige Wijk bij Duurstede, en het handelscentrum bloeide en bloeide.
In 720 werd de stad zo’n 500 meter naar het oosten verplaatst. De reden: de Rijn veranderde van loop, waardoor de handelsplaats te ver van het water af kwam te liggen. De haven van het nieuwe Dorestad was twee kilometer lang en er werden twee rijen huizen gebouwd. De stad had echter geen muren. Ook een bisschopskerk en andere verdedigingswerken ontbraken. Ze was geheel overgeleverd aan de bescherming van de koning. Dat maakte de nieuwe stad erg kwetsbaar voor plunderaars…
Ten westen van de stad werd het land ingericht als agrarisch gebied. Er werden grote boerderijen, zoals die op de Veluwe en in Drenthe, gebouwd. Zodoende vonden zowel tal van handels- en kooplieden, als boeren hun werk in Dorestad. Veel boeren waren overigens zelf ook koopman.
Tot ver in de 8e eeuw bleef de nijverheid in heel Nederland bloeien. De producten werden voornamelijk op het platteland vervaardigd. Dorestad was daarop een uitzondering. Hoewel daar ook een groot agrarische sector was ontwikkeld, waren hier veel meer nijverheidstakken in de stad zelf. Scheepsbouw, houtbewerking, touwslagerij en leerlooierij. Ook de muntmeesters, ijzersmeden en textielbewerking waren zeer uitgebreid. Vanuit de stad werd vooral veel handel gedreven met Scandinavië en Engeland.
In 810 zetten de Vikingen vanuit Denemarken voor het eerst voet aan Nederlandse wal. Ondanks de goede handelsrelaties met het noorden, moest ook Dorestad er in 834 aan geloven. De Vikingen plunderden de stad. Een periode van ruim dertig jaar, met meerdere plunderingen, brak aan. Door het gebrek aan verdedigingswerken en een Frankische koning met sympathie voor de Vikingen, was Dorestad een gevaarlijke bestemming geworden. De handel komt tot stilstand. Ook de natuur hielp niet mee: de Rijn was wederom verder opgeschoven naar het oosten. Dit keer hadden de inwoners geen energie meer om de stad verder op te schuiven. Handelscentrum Dorestad was voorbij.
Toch is de agrarische sector nooit opgehouden. Dat zie je nu, ruim 1200 jaar later, nog steeds. De handel kon misschien niet meer voortgezet worden door de veranderde Rijn, maar de rivieren zorgden voor vruchtbare grond. Fruitboomgaarden, uitgestrekte natuur en groene uiterwaarden sieren het landschap. Het rivierenlandschap was niet alleen strategisch, maar ook ontzettend mooi. Het trok op haar beurt Utrechtse adellijken aan. Zij lieten er kastelen en landgoederen aanleggen, waarvan velen tot op de dag van vandaag te bewonderen zijn. Zo werd de Kromme Rijnstreek ‘Het buiten van Utrecht’.
Hier kun je jouw route uitbreiden met afstapmomenten
Nog geen afstapmomenten toegevoegd